donderdag 5 juni 2008

Geduld

'Ik ben gister bij jullie tuin geweest', zei Dagobert. 'Wat lelijk! Er bloeide maar één bloemetje, ergens in een hoekje, verder allemaal onkruid!'
Met grote ogen keek ik hem aan. Hij was vast z'n bril vergeten. Uitvoerig vertelde ik hem over de aardbeien, die het zo goed doen en al bijna rood worden, het onkruid dat we allemaal gewied hadden, de sla die al opkomt, de tomatenplantjes die klaar staan, de snijbloemen die ook beginnen op te komen... En wat beginnen de klimrozen al mooi te bloeien (maar één bloemetje, pff).
Een paar dagen later kregen Dago en ik tijdens een bijbelstudie het stukje geduld van de vrucht van de Geest toegewezen om over te praten. 'De tuin!' riep ik. 'Wacht jij maar af...'

Voor mij is het ook wel een lesje geduld, maar ik leer het al aardig. Vorige week gingen Ilana en ik na ons tentamen naar de tuin om even een uurtje onkruid te gaan wieden. 4 uur later zaten we er nog. Wat heerlijk om tijdens het verzorgen van de aarde, al is het maar een heel klein stukje, te praten, elkaar beter te leren kennen, te lachen om onze amici en te besluiten dat we geen goeie voornemens meer zullen bedenken omdat we eerst maar eens moeten laten zien dat we wel echt kunnen studeren.

Toen we net begonnen waren met de tuin (in de tijd dat we klimrozen plantten in de sneeuw) noemde ik het tuinieren voor de grap nog bezigheidstherapie. Intussen weet ik beter: wat is het een heerlijkheid die ik nu pas ontdek!

God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’
Ook zei God: ‘Hierbij geef ik jullie alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op de aarde; dat zal jullie voedsel zijn. Aan de dieren die in het wild leven, aan de vogels van de hemel en aan de levende wezens die op de aarde rondkruipen, geef ik de groene planten tot voedsel.’ En zo gebeurde het. God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was.

Ok. Bij dezen vergeef ik de vogel die onze eerste rode aarbei heeft opgegeten.

dinsdag 3 juni 2008

'Ik dacht dértig juni!'

Ik houd van uitstellen. Misschien houd ik er niet eens van, maar ik doe het wel veel.

Dus pas toen mijn rij-instructeur me drie keer had gevraagd wanneer ik mijn theorie-examen nou zou afleggen ging ik proberen een afspraak te maken. Internet werkte niet mee, het lukte niet, dus ik stelde het nog eens uit. De eerstvolgende rijles maakte ik een afspraak voor m'n examen met m'n instructeur: 30 juni om 9.00 uur. Mooi, dan zou ik begin juni beginnen met leren en zo zou ik dan alle tijd hebben om me voor te bereiden.

30 mei krijg ik van mijn instructeur een brief over m'n theorie-examen. 'Mooi', dacht ik. 'Dat laat het wat dichter bij komen, misschien begin ik dan nog echt op tijd met leren ook.' Ik las de brief door en mijn ogen werden groot van schrik: er stond 03-06-'08 in plaats van 30-06-'08! 'Dríe juni?!' zei ik verbaasd.

'Jaa', zei mijn rij-instructeur.

'Ik dacht dértig juni!'

Mijn rij-instructeur zei niets. Ik denk dat ik wel weet waarom. Als er iets fout gaat zegt hij dat het aan mij ligt. En als ik dan opper dat de fout ook bij hem zou kunnen liggen zegt hij dat ik heel goed ben ik terugkoppelen. (Toen hij dit zei begreep ik hem eerst niet, ik snapte niet wat ik nou weer fout deed bij het schakelen.)


Nu ja, ik leer wel vaker last-minute. (Zoals ik zei, ik houd van uitstellen.)

Na een paar uurtjes leren in het weekend en op maandagavond, na een paar keer oefen-examens (onvoldoende) maken en na heel wat uren voor me uitstaren op de bank terwijl ik me af zat te vragen hoe ik het ooit allemaal zou redden was het dinsdagochtend zover. Om 9.oo uur zat ik klaar op stoel nummer 45, in een zaaltje vol jonge mensen. Om me heen hoorde ik allemaal gesprekken van mensen die voor de zoveelste keer kwamen zakken voor hun theorie (maar dat wisten ze toen nog niet). Ik relativeerde alles maar voor mezelf, om mezelf voor te bereiden op de teleurstelling die ik een uur later vast zou krijgen: ik had niet goed geleerd, ik moest dit examen maar gebruiken als een oefening voor de volgende keer, dan wist ik tenminste hoe het was. Éven had ik de gedachte, terwijl ik daar zat, 'geniet even van dit moment, misschien komt het wel nooit meer terug'.

Ik genoot wel een beetje, vond het lang duren, wist af en toe het goede antwoord niet en volgde dan maar mijn logica (dat had mijn moeder me het weekend en de avond voor het examen nog ingeprent). Het examen was klaar, we moesten even wachten voor ze de uitslag hadden. Toen ze de uitslag hadden moest ik voor mijn gevoel veel langer wachten tot ze eindelijk bij nummer 45 aangekomen waren. 'Ge...eh...slaagd, gefeliciteerd.'

'Hheeh? Dankuwel.' Daar stond ik dan, tussen al die mensen die gezakt waren, met mijn certificaatje. Gek, die onbalans tussen blij zijn voor jezelf en medelijden hebben met de ander.



Succes jullie, herkansers. Ik kan weer iets afstrepen van de todo-list in m'n hoofd.

Ik zei van ja, want dat klinkt mooi.

Toen ik eens, aan het begin van het jaar, solliciteerde voor een baantje in de plaatselijke pizzeria werd mij gevraagd of ik hard kon werken. Ik zei van ja, want dat klinkt mooi.
Ik werd aangenomen, maar was het na 3 avonden afwassen aardig zat en nam ontslag.

Ik heb, geloof ik, voor weinig dingen die ik in mijn leven bereikt heb hard moeten werken. De cito-toets vond ik leuk, en ik haalde de maximum-score. Ik ging naar een vwo+klas nadat ik daarvoor een toelatingstest goed had afgerond, die ik ook leuk vond om te doen. Mijn cijfers waren hoog dus, hup, Grieks en Latijn erbij. Voor toetsen leerde ik weinig, op die oude talen na. Ik haalde m'n vwo: Vijf achten, acht zevens en een zes (die laatste was voor wiskunde, dat haat ik). Hoppa, m'n toegangskaartje voor m'n favoriete studie aan de universiteit van mijn keuze was binnen.
En nu zit ik in de spreekwoordelijke knup. Want ik heb nooit geleerd te leren. Ik heb nooit geleerd mezelf te motiveren voor het leren. Ik doe een studie zonder dat ik weet hoe ik moet studeren.
Daarom had ik niet heel erg moeten schrikken toen ik het volgende bericht kreeg:

Beste Anna
(...)
Op dit moment heb je 25 van de 41 door jou maximaal te behalen studiepunten (ects) behaald. Dit komt overeen met een percentage van 61%.
Op grond van de ''Regeling uitbrengen studieadvies in de propedeuse'' krijg je het volgende voorlopige advies:

Negatief advies op grond van studieprestaties
(...)
Begin september zul je het definitieve studieadvies tegemoet kunnen zien.
(...)
Met vriendelijke groet,

Drs. J. Gaarner

Bah. Het gaat niet meer vanzelf. Ik sta een jaar ingeschreven aan m'n universiteit en het resultaat van dat jaar is een advies niet verder te studeren. Wat heb ik gedaan? Hoe kwam het zover?

Weet je nog dat ik schreef dat ik wilde dat ik m'n tijd goed zou gebruiken? Misschien is deze blog daar wel een goed hulpmiddel bij. Ik zal hier in elk geval alleen dingen beschrijven die de moeite waard zijn, en aangezien ik wil blijven schrijven, zal ik dingen moeten beleven die de moeite waard zijn. Laat ik uit m'n leven halen wat erin gelegd is.

Helaas betekent dat op dit moment: hersens om Hebreeuws te kunnen. En dus moet ik nu hard blokken voor mijn tentamen van aanstaande vrijdag.
Gelukkig betekende dat vanmorgen: m'n theorie-examen halen voor m'n rijbewijs. Oladiejoo!

vrijdag 30 mei 2008

Nei de foarhôven fan de Heare

Soms gebeurt er iets waardoor alles in een ander licht wordt gezet. Waardoor alles van waarde verandert.
Gister hoorde ik dat iemand van mijn familie is overleden, zomaar. Een jaar geleden hoorde ik dat hij zich liet dopen, niet zomaar. God geeft en neemt, en wij snappen er niks van, zo zal het altijd wel blijven. Zolang er tijd is bedoel ik. Want nu kijken we nog in een vage spiegel, maar dan zullen we alles helder zien. Zoals mijn neef nu doet, bij onze Papa.

Ik begrijp weer wat beter dat tijd niet iets is dat je hebt of neemt, maar kríjgt. Zoals je een boekenbon gebruikt om het mooiste boek dat je nog niet hebt te kopen, zo wil ik mijn tijd gebruiken om het mooiste wat er is te doen. Het is zo kostbaar.

Maar wat is het mooiste? Wat ga ik vandaag doen waardoor ik, als ik vanavond misschien de hemel in fiets, niet zal denken dat ik m'n dag verspild heb?

De komende vijf week zal ik hard moeten blokken, voor m'n laatste tentamens, voor m'n auto-theorie-examen en misschien ook wel voor m'n praktijk-examen. Ik zal m'n kamer netjes proberen te houden en er weer een troep van maken. Ik zal m'n afwas wel spoelen maar het dan toch veel te lang op mijn aanrecht laten staan. Ik zal vergeten m'n lakens van het wasrekje boven ons trapgat weg te halen. Ik zal zuchten door alle verplichtingen die ik heb en tegelijk genieten van mijn drukke leven, dat toch een teken is dat het sociaal gezien best goed met me gaat. Ik zal elke dag zoveel mogelijk bij m'n leafste willen zijn en als ik bij hem ben toch in de verleiding staan tv te kijken in plaats van hem te zoenen.

Lucht en leegte, zegt Prediker. Alles is lucht en leegte.
Maar als ik m'n dagen nou eens door God laat vullen? Dat ik, voor ik m'n daplanning maak, aan hem vraag of hij me wil helpen het beste van de nieuwe dag te maken? Mijn keuze voor God maakte ik niet voor niets vlak nadat ik bedacht had dat een leven zonder God uiteindelijk totaal doelloos zou zijn.

Uit het boek dat ik gister kocht met 2 boekenbonnen:

Hoe leaflik is jo wente,
Heare Almachtich.
Ik longerje en smachtsje, ik kwyn wei fan ferlangst
nei de foarhôven fan de Heare
Myn hert en myn lea roppe
om de libbene God

woensdag 28 mei 2008

Bud

Ilana is mijn studiebud en ik ben die van haar. Als enige meiden van onze klas waren we voor elkaar bestemd, want als meisje veel samenwerken met een jongeman, zei onze docent tijdens het buddy-uitkies-moment, was niet het slimste op de wereld.
Terwijl ik haar op dat moment nog niet zo goed kende is ons buddyschap intussen het best werkende teamwork van ons studiejaar. We ontbijten samen tijdens de collegeloze periodes waardoor we op tijd kunnen beginnen met het leren voor tentamens, we helpen elkaar colleges voor te bereiden door het samen te doen en af en toe gaan we een avond naar ons paradijsje in wording: de volkstuin.
Vanmiddag gingen we samen lunchen, en het was de bedoeling dat zij mij zou motiveren bezig te gaan voor m'n scriptie die ik binnenkort in moet leveren. Aan het eind van de maaltijd hadden we het tegenovergestelde bereikt: ik gaf haar toestemming een middagdut te doen en zij zei dat ik best een boek-voor-de-lol mocht gaan lezen als ik dat wilde. Nu ben ik 2,5 uur en heel wat hoofdstukken verder in Petite Anglaise, maar ben ik nog steeds niet mijn scriptie-onderwerp ingedoken.
Vanavond hebben we weer een buddy-activiteit. Samen met Ilana's moeder gaan we naar de tuin waar de moeder ons aan gaat wijzen welke van de opkomende plantjes onkruid zijn, welke de bloemen van de vorige grondeigenaar zijn en welke dingen we echt zelf gezaaid hebben. We hebben nog niet zoveel verstand van tuinieren. (Wel van vormgeven: het zaagselpaadje door onze tuin heeft de vorm van een hart.)

Nu ga ik mijn moeder bellen want ik mis thuis.

dinsdag 27 mei 2008

Idee

Ik lag op de bank, legde het boek dat ik de twee uur daarvoor aan het lezen was op tafel om even pauze te nemen, en genoot van mijn kamer en de vrijheid die ik zogenaamd had. Doordat ik mijn studentenkamer de laatste tijd goed opgeruimd houd en hem een beetje opgeknapt heb voelt het als een fijn thuis. En wat is er fijner dan al chocolade-muffins-etend een makkelijk, leuk maar toch spannend boek te lezen in een huis waar je je thuis voelt? Het zou een absoluut genotmoment zijn geweest als ik in mijn achterhoofd niet mijn ratio verwijtend had horen fluisteren dat ik totaal niets had voorbereid voor college de volgende dag, nog niets aan mijn tentamen van volgende week heb gedaan en ook geen enkele voorbereiding heb getroffen voor het bedenken van een hoofdvraag voor een scriptie die ik al bijna af zou moeten hebben.
Nadat ik die gedachten uit mijn hoofd probeerde te relaxen bekroop me een idee waarvan ik niet weet wat ik ermee moet, en waarvan ik tegelijk weet dat ik er (daarom?) niets mee zal doen.
Waarom heb ik me laatst ingeschreven voor het volgende studiejaar aan m'n universiteit? Dat was helemaal niet een bewuste keuze, het leek me een logisch vervolg op waar ik me dit jaar mee bezig heb gehouden (of had willen houden, nog lang niet alle punten zijn binnen). Waarom schrijf ik me niet gauw uit voor komend jaar, meld ik me niet af voor studiefinanciering en ga ik niet lekker werken volgend jaar, boeken lezen, huishouden en genieten van vrijheid en verantwoordelijkheid?
Het hele jaar heb ik achter mezelf en m'n voornemens aangelopen. Terwijl ik vol zit met wil om dingen te weten vind ik het veel makkelijker om toe te geven aan het studentenleven dan om te gaan leren. De helft van m'n tentamens tot nu toe heb ik moeten herkansen of ga ik nog herkansen, de andere helft werd beloond met een magere voldoende doordat ik er niet de tijd en intelligentie in stak die ik eigenlijk wel had.
Ik heb veel van mijn tijd verspild, dat weet ik wel. De eerste paar maanden keek ik veel tv, nu ik geen tv meer heb lees ik teveel boeken die ik niet zou moeten lezen (omdat ze niet over mijn studie gaan, niet omdat ze slecht zijn). Maar ik heb ook veel tijd besteed aan andere dingen. Ik vind het relaxed om de was te doen, ik vind het spannend om te leren koken, ik geniet van het rondstruinen achter mijn winkelwagentje in de supermarkt, ik houd ervan als ik mijn kamer netjes heb gemaakt.
Hoe wil ik mijn komende jaar inrichten? Waarom zou ik met de meute meegaan en verder gaan met studeren? Waarom niet een jaartje pauze?

Omdat het dan langer duurt voor ik mijn studie heb afgerond (want afronden wil ik die uiteindelijk wel, al lijkt mijn gedrag daar niet achter te staan), omdat ik waarschijnlijk zo zit te denken uit luiheid, omdat ik wél wil leren.

Ohoh, sprak ik mezelf maar niet zo tegen in gedrag en denken. Deze eeuwige cyclus.

Een nieuw begin

Elke dag is een nieuwe kans en heeft een nieuw begin. Eigenlijk zelfs elke minuut, elke seconde. Voortdurend heb ik de kans om opnieuw te beginnen, al grijp ik die kans vaak niet. Zoals daarnet, toen ik de ene na de andere m&m in m'n mond deed terwijl ik een boek aan het lezen was dat in niets leek op het studieboek dat ik eigenlijk had moeten bestuderen. En die m&m's zijn ook nogal tegenstrijdig met het doel van mijn hardloopinspanningen van vanmorgen.

Een nieuwe kans, een nieuw begin. Een paar keer ben ik een blog begonnen, een enkele keer hield ik het jaren vol. Na een maandenlange pauze wil ik graag weer een stok achter de deur hebben om te kunnen blijven schrijven. Dit is die stok en jij bent er getuige van. Welkom, blijf vooral hangen.